VOGELVRIJ. Getuigenis van muzikant John Snauwaert
ACOD Cultuur publiceerde in het magazine Tribune een stand van zaken over het politieke getouwtrek omtrent het kunstenaarsstatuut, getiteld: ‘De jacht is begonnen. De kunstenaar is vogelvrij verklaard’. Muzikant John Snauwaert herkent dat gevoel als artiest opgejaagd te worden en schreef deze lezersbrief.
De tekst van Robrecht Vanderbeeken met de titel “De kunstenaar wordt vogelvrij verklaard” in Tribune (hier te lezen op DeWereldMorgen.be) inspireerde me tot het neerschrijven van enkele bedenkingen die al een hele tijd in mijn hoofd rondspoken.
Om te beginnen zegt het woord ‘vogelvrij’ veel over de onrust die leeft bij ons, kunstenaars. Men kan hen op elk moment bestoken zonder bescherming. We zijn gemakkelijke prooien.
Kunstenaars botsen voortdurend op een grote contradictie waarmee ze blijkbaar maar moeten leren leven: velen onder hen hebben een groot hart en willen de schoonheid en de breekbaarheid van de mens voelbaar maken. Ze doen dit niet voor zichzelf maar voor de maatschappij. Ze maken universele gevoeligheden zichtbaar. Dat wordt ons niet altijd in dank afgenomen door diezelfde maatschappij.
We werken aan de kwaliteit van de manier waarop we allen samenleven, want wat zouden we zijn zonder artistieke creativiteit? Toch dreigt diezelfde samenleving waaraan we ons blootgeven ons de mond te snoeren. Vogelvrij.
Het is hard om te merken dat we door de overheid die in dienst van het volk zou moeten staan in een hoekje van de samenleving worden geduwd en gedumpt: we worden als artiesten onder het statuut van de werkloze geklasseerd. Werkloos? Dat klopt helemaal niet! In de praktijk zijn we voortdurend bezig met onze passie. We zijn constant op zoek naar mogelijkheden om aan de slag te blijven.
We leven in de angst dat de verandering van het sociale statuut alles nog slechter zal maken. We mogen niet afsteven naar een lauwer zelfstandigenstatuut, want dan zijn die verbondenheid met en gerichtheid op de maatschappij het eerste slachtoffer. Dan gaat het alleen nog om een commerciële aangelegenheid: verkopen, geld verdienen.
De betrokkenheid van een breed publiek, en hun inbreng via participatie en feedback, zijn van essentieel belang voor ons vak, in het uitoefenen maar ook in wat we scheppen. De verbinding tussen publiek en kunstenaars moet juist aangewakkerd worden zodat het volk fier kan zijn op hun kunstenaars, zodat ze plezier en zingeving putten uit wat we maken.
Als we afsteven op een lauwer zelfstandigenstatuut dan zal niet alleen de precaire situatie van de niet-marktgerichte kunstenaar halsoverkop toenemen, maar dan dreigt de kunst zelf louter een product te worden. Koopwaar, en dan vervlakt alles.
John Snauwaert. http://www.johnsnauwaert.be